aansluiting

{{aansluiting}}{{/term}}

1 [het zich voegen bij iets, iemand] 〈m.b.t. verdrag, vereniging〉 adhésion 〈v.〉; 〈m.b.t. staatsverband〉 rattachement 〈m.〉

2 [verkeer]correspondance 〈v.〉

3 [het in verbinding gebracht worden] raccordement 〈m.〉

♦voorbeelden:

1   aansluiting vinden bij iemand, iets • se joindre à qn., qc.

     de aansluiting van Spanje bij de EEG • l'adhésion de l'Espagne à la C.E.E.

3   aansluiting op het gasnet • raccordement au (réseau de distribution du) gaz

¶   〈brief〉 in aansluiting aan, op • faisant suite à

     ik kreeg geen aansluiting met hem • je n'ai pas pu le toucher par téléphone

Deens-Russisch woordenboek. 2015.